Geert De Proost, diplomaat op rust
Met een carrière die zich uitstrekte over het federale, het Brussels en het Vlaams bestuursniveau en diplomatieke posten bij de Europese instellingen in Brussel, Londen, New York en Rome, kan Geert De Proost terugblikken op een veelzijdig parcours. “Ik had mijn carrière misschien kunnen afronden bij het Waalse Gewest, dan was de cirkel rond,” glimlacht hij. Het alternatief is echter even mooi, hij nam een bestuursfunctie op binnen deze stichting en zo plukken wij de vruchten van zijn ervaring. “Het internationale zat trouwens altijd in de genen. Mijn vader werkte bij Buitenlandse Zaken en bracht dagelijks het internationaal persoverzicht mee naar huis. Dat wakkerde mijn interesse aan.”
De vroege jaren
Tijdens zijn studies raakte Geert geboeid door Europa en internationaal recht, toen nog relatief nieuwe vakgebieden. “Europees sociaal en economisch recht stonden in de jaren ’70 echt nog in de kinderschoenen. Ook internationaal privaatrecht en volkenrecht vond ik bijzonder interessant.” Snel startte hij bij Buitenlandse Zaken, waar hij werkte rond verdragsrecht, sociale zaken en mensenrechten in VN-verband, internationale handel met Oost-Europa en zelfs de eerste stappen zette in internationaal milieurecht. Een hoogtepunt uit die periode was zijn betrokkenheid bij de Schengenonderhandelingen. “Eind jaren ’80, begin jaren ’90 waren we volop bezig met het Schengenakkoord. Toen ik later terugkeerde uit Italië, hield ik opnieuw halt in Schengen. Daar bezocht ik een openluchttentoonstelling over de geschiedenis van de Schengenverdragen en zag ik de iconische foto van de ondertekeningsplechtigheid op een boot op de Moezel. Een vriend bracht me ooit ook een flesje Schengenwijn mee, met datzelfde beeld op het etiket. Het zijn mooie herinneringen.”
Brussel en Europa
Na een periode als adviseur internationale betrekkingen op een Brussels kabinet, waar hij samenwerkingen met Kiev, Moskou en Sofia hielp opbouwen, koos hij de Europese weg. “Ik heb altijd een grote interesse gehad in Europa. Acht jaar lang mocht ik werken aan dossiers over de eenmaking van de interne markt, industrie- en onderzoeksbeleid. En daarnaast de institutionele hervormingen: van de Europese grondwet tot het Verdrag van Lissabon. Dat waren bijzonder boeiende jaren.” Toch bleef ook de effectieve lokroep van het buitenland. Vlaanderen bood nieuwe kansen en in 2008 volgde zijn eerste diplomatieke post als Vlaams vertegenwoordiger in Londen. “We ervoeren er als gezin met tienerdochters de praktische uitdagingen. Er werd veel gependeld, maar dankzij de Eurostar was Brussel nooit ver weg.” De band met Vlamingen in de Wereld ontstond er vrijwel meteen. “Londen telde een bijzonder sterke Vlaamse expatgemeenschap, van de financiële sector tot de academische sector met nabijgelegen universiteiten in Londen, Oxford en Cambridge. Als diplomaat was dat netwerk van onschatbare waarde. Wanneer er vragen kwamen uit Brussel, kon ik zo vaak een Vlaming in een sleutelpositie opbellen. En dan gaat de bal aan het rollen.”
Samen sterker
Naast zijn professionele werk speelde zijn echtgenote Hilde een sleutelrol. “In Londen zette ze mee een Vlaamse schoolwerking op, in New York gaf ze Vlamingen in de Wereld in Manhattan een gezicht en in Rome startte ze een dynamische club. Ik ervoer ook dat Vlamingen in de Wereld geen luxe is, maar een echt maatschappelijk vangnet voor Vlamingen buiten de landsgrenzen. We vormden echt een tandem: formele diplomatie en het subtiele gemeenschapswerk versterken elkaar. Die wisselwerking bleek waardevol want het ene opent deuren voor het andere. Het maakt je sterker als diplomaat wanneer je kan terugvallen op een actief netwerk van expats.” Zijn visie is helder: diplomaten zijn naast vertegenwoordigers van beleid ook schakels in een bredere kennis- en ervaringsuitwisseling. “Zoals onze secretaris-generaal Julie Bynens het ooit in dit magazine mooi verwoordde: wij zijn de ogen en oren van Vlaanderen in het buitenland. Het is tweerichtingsverkeer: we leren van het gastland en brengen tegelijk onze eigen expertise in. Daarbij zijn Vlaamse expats vaak cruciale partners.”
Netwerkopbouw
Door lokaal samen te werken met VIW-vertegenwoordigers kunnen diplomaten beter inspelen op de bredere belangen voor Vlaanderen. Vele “gewone” Vlamingen beschikken immers over waardevolle informatie over de socio-economische en culturele situatie in het gastland. “Door de vinger aan de pols te houden, kunnen diplomaten nuttige informatie vergaren, relevante signalen en beleidsrelevante trends tijdig detecteren, wat bijdraagt aan een beter onderbouwd Vlaams buitenlands beleid. Diplomaten kunnen aansluiten bij de soft power van VIW om hun eigen netwerk te versterken en Vlaanderen zichtbaarder te maken op lokaal, regionaal en internationaal niveau. Zo dragen Vlaamse academici, kunstenaars of ondernemers die succes boeken in het buitenland, onrechtstreeks bij aan de reputatie van Vlaanderen. Een overheid die inzet op haar diaspora, investeert in verbondenheid, zichtbaarheid en toekomstgericht beleid”, benadrukt Geert De Proost.
Ervaring doorgeven
Wat hij het meest waardeerde aan zijn job? “De brede waaier aan thema’s, de ontmoetingen met mensen op alle niveaus, de mogelijkheid om dankzij de Vlaamse autonomie impact te hebben op beleid, en de kans om me echt onder te dompelen in een land, zijn cultuur en geschiedenis. Hoewel de Verenigde Staten en Italië intens rijke momenten, contacten en vriendschappen opleverden, koester ik professioneel misschien wel mijn mooiste herinneringen aan het Verenigd Koninkrijk, omdat het toen ook nog volop deel uitmaakte van de Europese Unie, net vóór de Brexit.” Vandaag stelt hij die rijke ervaring ten dienste van VIW, als vrijwilliger én bestuurder. “Tijdens mijn loopbaan heb ik steeds ervaren hoe belangrijk de brugfunctie van VIW is. Nu kan ik mijn kennis en netwerk inzetten om die rol verder te versterken. Zo blijf ik, ook als gepensioneerde, actief en betekenisvol, en help ik Vlaanderen internationaal te verbinden,” besluit de diplomaat op rust.