Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Bert Lefever en familie

Navigeren in Japan

Nooit eerder waren ze in Azië, maar toch beslisten Bert Lefever en An Descheemaeker weloverwogen om met hun twee kinderen - van toen acht en tien - voor twee jaar naar Japan te verhuizen. Als koppel woonden ze eerder al enkele jaren in Barcelona. Als de kans zich aanbood, zouden ze ook hun kinderen een internationale en meertalige ervaring aanbieden. Bert bijt de spits af, maar vooral An deelt met ons haar ervaringen als expatpartner en moeder.

Landschapskantoor

In vele opzichten was het een piloot. Zowel voor het gezin als voor Terumo, Berts bedrijf met hoofdzetel in Tokio. Dat had al heel wat expats uitgezonden, maar nog nooit ontvangen. Bert: Om de bedrijfscultuur uit te dragen, nodigt de hoofdzetel sinds kort een groeiend aantal werknemers in Tokio uit. Ik was de eerste die dit omgekeerde traject aflegde. Het vroeg wel wat tijd om mij de unieke sociale regels en conventies eigen te maken. Het maakt natuurlijk allemaal deel uit van wat Japan zo wonderbaarlijk maakt.” Bert werd gedetacheerd en An nam loopbaanonderbreking aan de KU Leuven. Ze zette zich in als vrijwilliger, in het bijzonder als liaison voor de universiteit én als VIW-vertegenwoordiger.

“Meesurfen op dit globaliseringstraject was een bijzondere ervaring. Het taalaspect bleek vaak het grootste obstakel. Daarom was het belangrijk om fysiek aanwezig te zijn. Dat was een bijzondere ervaring. Je moet je inbeelden, als enige westerling in een Japanse omgeving te werken. Stel je een landschapskantoor met 70 mensen voor, waar jij als enige anderstalige tussen zit.  Alle schermen, alle omgevingselementen, alles in het Japans. En neen, ik sprak zelf geen Japans. Op het hoofdkwartier waren er wel nog een paar niet-Japanners, die weliswaar Japans spraken, maar het bedrijf was zeker nog niet georganiseerd hierrond.”

Prospectiebezoek

Omdat het zowel voor Terumo als voor ons een pilootproject was, bood Terumo ons een prospectie aan. Ik kwam een maand lokaal werken, om te ervaren hoe het was.” An vergezelde mij een week. An: “We planden een aantal bezoeken van scholen en appartementen. De initiële bedoeling was om in Tokio te wonen, niet ver van het werk. We kozen voor Yokohama omwille van de school. In Tokio vonden we geen school met English as additional language waar Maité en Andres op hetzelfde moment konden instromen midden in het schooljaar. Yokohama hadden we op voorhand op onze shortlist geplaatst omdat het de enige school was die ook enkele uren Nederlandse les aanbood. We vonden er onder meer een bibliotheek met Nederlandstalige boeken.”

Bert: “Yokohama, ten zuidwesten van Tokio, is de tweede grootste stad van Japan. Ik pendelde dagelijks. Ik vertrok op een lege trein, want Yokohama was het beginstation en naarmate het Tokio binnenrijden was, werd het drummen. Ik deed er toch wel 90 minuten over op kantoor te raken. Treinen zitten ook niet vol, maar overvol. In Japan gaat de bezettingsgraad waarmee men piektreinen beoordeelt tot 250%. Dat woog, zeker als je gewoon bent om naar het werk te fietsen.”

Acclimatiseren

“We vertrokken eind maart 2016, net na de aanslagen in Brussel. Terumo regelde voor ons een tijdelijk verblijf. Dit gaf ons een maand tijd om onder begeleiding van een relocation agent op zoek te gaan naar een geschikte woning. Als je de taal niet spreekt, is dergelijke ondersteuning echt een must. ‘Google is our best friend’, zeiden we wel eens. Google Translate uiteraard, maar ook Google Chrome om websites te vertalen en Google Maps om de weg te vinden. Want ook op straat raak je niet wijs. Je moet echt wel wennen aan Japan. Het vraagt letterlijk en figuurlijk een zeker navigatievermogen.”

“Maité en Andres zaten in het 4e en 2e leerjaar. We bereidden hen voor op het buitenlands avontuur door op woensdagnamiddag een Engelstalige oppas te nemen. Ook konden ze gedurende de drie maanden voor ons vertrek één dag per week naar de internationale school in Leuven, in het kader van een uitwisselingsproject met hun lokale school. We zijn heel dankbaar dat ze die kans kregen. Het deed hun vertrouwen in ons buitenlands avontuur groeien.

Vandaag zijn ze tien en twaalf en regelden we  een Franstalige oppas. Hun Engels en Nederlands staan op punt. We willen er graag Frans aan toevoegen. Op deze leeftijd zijn het echt taalsponzen.”

Internationale school

“We investeerden tijd en geld in hobby’s. Sporten was duur, tenzij je meedraaide in het Japanse systeem. Voor onze zoon was dat een unieke ervaring. Hij deed aan judo in België en wou dit absoluut blijven doen. Zeker in Japan, toch de bakermat van de judosport. We vonden geen Engelstalige judoclub dichtbij, dus werd het een Japanse. Deze bleek erg strikt en traditioneel: buigen bij het binnenkomen, de sensei groeten, de vloer poetsen. In België gaat het meer spelenderwijs. Het was moeilijk om vol te houden. Maar nu loopt hij wel rond met een judogi met zijn naam in het Japans erop geschreven.”

“De kinderen blijft de school het meeste bij, vooral dan het internationale karakter, waar leerlingen komen en gaan. De openheid naar andere culturen en ervaringen in een internationale school is treffend. Dat viel ook op bij terugkeer. Maité startte in het secundair onderwijs. Voor haar werd het dus sowieso een nieuwe school. Andres gaat terug naar zijn vroegere school. We dachten dat hij zich sneller zou aanpassen dan zijn zus, want hij kwam in een vertrouwde omgeving terecht. Maar ook die omgeving is intussen veranderd. Tussen zijn vriendjes ontstonden nieuwe banden. Hij is het buitenbeentje, dat opnieuw zijn plek moet zoeken. De terugkeer is ingrijpend omdat het verwachtingspatroon anders is. Als je vertrekt, bereid je je voor op een cultuurschok, verwacht je dat je je moet aanpassen. Bij terugkeer is dat moeilijker in te schatten omdat je kind evolueert.”

Actieve frontdesk

Omdat Bert lange dagen klopte, wist ik dat het sociale en gezinsleven voornamelijk op mijn schouders zou terechtkomen. Ik had tijdskrediet genomen aan de KU Leuven. Mijn werkgever was gegarandeerd, mijn functie uiteraard niet. We hadden altijd gedroomd van een buitenlandervaring met het gezin. Bij aankomst kreeg ik toch een kleine klop. De eerste maand verbleven we in een appartementje van 35m². Mijn man had zijn job, de kinderen de school, en alles werd voor ons geregeld, volgens de strikte Japanse procedures. Niet gemakkelijk voor iemand die toch gewoon was om zelf veel beslissingen te nemen.”

“De ommekeer kwam er toen we introkken in ons nieuwe appartement. In het gebouw woonden veel expatfamilies. We zaten allemaal in hetzelfde schuitje en dat creëert een band. De kinderen wandelden samen naar school, playdates en sleepovers kwamen spontaan, net als de vriendschappen tussen de ouders. Het gebouw had een actieve frontdesk, die post en rekeningen vertaalden, pakjes verzonden, reservaties deden, etc… Een tweede belangrijke factor was dat ik op sleeptouw genomen werd door mijn mentor. De ouderraad van de school zorgde ervoor dat ouders met kinderen van dezelfde leeftijd je de do’s en don’ts van het lokale leven leerden kennen.”

Alumniwerking

“Ook zonder job raakten mijn dagen goed gevuld. Ik engageerde me in de ouderraad van de school, volgde verschillende uren per week Japanse les, sportte veel, werd lid van een actieve groep ‘Latina-mama’s,… Met het gezin werden we lid van een sports and social club die talrijke events organiseerde voor expats en internationaal gerichte Japanners. We reisden veel, bezochten zowel de trekpleisters als off-the-beaten track plaatsen. Naar de supermarkt gaan nam vaak enkele uren in beslag. Het was een uitdaging omdat ik de taal niet sprak en de lokale producten niet kende. Als liaison voor de KU Leuven in Japan zette ik de alumniwerking op. Een functie die nog geen inhoud had, kon ik spoedig vorm geven. Want niet lang nadat wij arriveerden, stond er een staatsbezoek op het programma, mét universitaire delegatie. Daarnaast zette ik mij ook in als VIW-vertegenwoordiger, waarvoor ik met focuste op familie-activiteiten voor de in Japan wonende Belgen.”

Nieuwe uitdagende job
Aan de KU Leuven wachtte An een nieuwe job. Een uitdaging die perfect aansluit op haar buitenlandse ervaring. Sinds maart leidt ze het International Office van de KU Leuven. Ze deed dat nog enkele maanden vanuit Japan, met af en toe over en weer pendelen. Sinds augustus is het gezin opnieuw in Leuven. In haar nieuwe functie draagt An verantwoordelijkheid voor de internationalisering van het onderwijsaanbod, de studentenpopulatie, de leer-, werk- en leefomgeving van studenten en personeel, de study-abroad mogelijkheden voor studenten en de internationale reputatie van de universiteit. 

Tekst: Koen Van der Schaeghe